Opvallend vaak komt het voor dat er bij begaafde kinderen een relatief lage verwerkingssnelheid gemeten wordt. Dit is een onderdeel van de WISC-III intelligentietest, de meest gangbare IQ test in Nederland (internationaal gezien ligt dit anders). Naar aanleiding van een lagere verwerkingssnelheid worden nog best grote conclusies getrokken in de praktijk. Maar is dit terecht? Naar mijn idee niet. Belangrijk dus om te weten waar we het over hebben.
De verwerkingssnelheid is het vermogen om visuele informatie op een automatische manier te verwerken. Dit betekent dus niet het hebben van inzicht of begrip in informatie, maar sec het visueel verwerken zonder bewust denkproces. De verwerking van verbale informatie of informatie met inhoud valt hier dus niet onder. Dat valt weer onder andere onderdelen van een intelligentieprofiel.
Een verwerkingssnelheid wordt gemeten door het aanbieden van symbolen. Onder tijdsdruk moet een kind zoveel mogelijk symbolen overtekenen of beoordelen. Ik mag er niet te diep op ingaan omwille van de geheimhouding van de inhoud van een testafname. Hierin komt alleen wel naar voren dat er een onderdeel motoriek, automatiseren, visuele verwerking en ‘simpel denken’ aan te pas komt.
Waar veel uitspraken over gedaan worden naar aanleiding van een lage verwerkingssnelheid, is het vermogen van een kind om klassikale uitleg of lesstof te verwerken. Dit is een volledige andere tak van sport! Bij dergelijke situaties kun je namelijk werken vanuit een bewust denkproces, wordt informatie vaak verbaal aangeboden, heb je minder tijdsdruk en kun je je eigen inzicht opbouwen. Het is dus uitdrukkelijk niet waar dat een kind met een relatief lage verwerkingssnelheid minder snel informatie van lesstof verwerkt. En er is dus uitdrukkelijk niet meer behoefte aan herhaling van lesstof!
Er is inmiddels steeds meer wetenschappelijk onderzoek waarin de manier van denken en neurologisch functioneren van begaafde mensen in kaart wordt gebracht. Het is grappig om te zien hoe sterk de bevindingen van deze onderzoeken overeenkomen met wat ik in de praktijk zie. Hoogbegaafde mensen denken vanuit inzicht en logisch beredeneren. Ze denken minder vanuit geheugen en automatisering. De gemiddelde mens doet dit wel. Hoogbegaafde mensen doen dus weinig op de automatische piloot. Ze zijn hierdoor creatief en kunnen makkelijker verschillende stukken informatie aan elkaar koppelen. Ze zijn door hun bewuste denken ook minder sterk in het automatiseren van kennis. De automatische piloot gaat niet aan en ze maken er weinig gebruik van. In ons onderwijs wordt er echter veel gewerkt met het inslijten en onthouden van informatie.
Het is dus logisch dat begaafde kinderen een lagere verwerkingssnelheid krijgen, omdat ze deze vaardigheid zeer weinig inzetten tijdens de testafname. Dit is naar mijn mening een gevolg van een talent, in plaats van een gebrek. Dit maakt het extra belangrijk dat mensen op een genuanceerde, inzichtelijke manier omgaan met de informatie van een intelligentieonderzoek. Ik kan het niet vaak genoeg zeggen.